Groot nieuws: of het prille begin van een nieuwe origine
In het streven naar minder afhankelijkheid van de olieproductie begint de Angolese regering in 2017 met een ondersteuningsprogramma voor de agrarische sector. Vier gewassen worden uitgekozen, waarvan jonge plantjes gratis onder boeren worden verdeeld: cashew, palm, koffie en cacao.
Hier in Nederland hoorden Ingmar en Kinito over deze ontwikkeling. Ik heb het natuurlijk over Ingmar Niezen en Kinito Van-Dunem. Chocolademinnend Nederland kent ze van hun winkel Smells Like Chocolate in Zaandijk. Voor beiden liggen hun wortels in Afrika: Ingmar komt uit Zuid-Afrika en Kinito uit Angola. Kinito besloot eens te gaan bellen.
Contacten werden gelegd en begin dit jaar was het tijd voor een bezoek. Normaal gesproken zou de hoofdstad Luanda, waar Kinito familie heeft, het doel van hun reis zijn geweest, maar nu volgde er nog een binnenlandse vlucht van een uur naar de regio Belize in de provincie Cabinda. "We werden ontvangen als Willem-Alexander en Maxima", lacht Kinito. Lokale officials met cameraploeg waren getuige van de eerste stappen op weg naar internationale cacaohandel. Bij navraag bleek er echter al wel ongeorganiseerde handel te zijn. Opkopers uit het buurland Congo kopen al wel bij boeren hun verse vruchten op, waarna handelaar en vrucht uit het zicht verdwijnen.
In Angola zelf zijn de ontwikkelingen nog niet verder dan de teelt van verse vruchten. Het fermenteren van de bonen was de opgave waar Kinito en Ingmar voor kwamen te staan. Dus nadat met veel ceremonieel de vruchten gekocht waren begon de tweede fase van hun avontuur. "We zijn geen fermentatie-experts" vertelt Ingmar eerlijk, maar met hulp van Maria Jiménez Rojas en veel inzet hadden ze zich zo goed mogelijk voorbereid.
In de provinciehoofdstad werden met een lokale timmerman houten fermentatiekisten gemaakt. "Veel van de vruchten die we kochten waren al te rijp en de bonen begonnen al te kiemen", aldus Ingmar en Kinito vult aan: "we hadden al met al 18 kilo natte bonen om te fermenteren". Al wisten ze dat dit eigenlijk te weinig gewicht was om een ideaal fermentatie proces te laten plaatsvinden, ze wilden het hoe dan ook proberen.
Nu zitten beide choco-avonturiers weer thuis in Zaandam en om beurten gaan ze aan de slag met een kilootje bonen. Roosteren in de gewone bakoven, met de hand het schilletje verwijderen, om aansluitend met zo'n klein grindertje de bonen te malen. Tot slot wacht dan het tempereren.
Diep onder de indruk ben ik van deze twee mensen die, vanuit een klein winkeltje dat bijna als een luis in de pels gevestigd is in het hart van de westerse cacao-industrie, op avontuur zijn gegaan om de wereld een nieuwe origine te presenteren. En al zijn ze thuis omgeven door alle kennis en kunde die er nodig zijn om de cacaoindustrie in Angola tot een succes te laten worden, het is nog een hele kunst om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Dus denken ze nu na over hoe dit project verder te ontwikkelen is en staan daarbij open voor advies en hulp. Centrale fermentatie is wellicht een optie, want hoe de kwaliteit van deze cacao zich gaat ontwikkelen is voor een groot gedeelte afhankelijk van dit proces.
Maar ideaal of niet, "De tijd is rijp", zegt Ingmar, en dus is Kinito de exportpapieren alvast in orde aan het maken. "We kunnen de mensen daar niet laten wachten. De situatie is een omgekeerde van hoe je normaal een product in de markt zet", vertelt Ingmar. Hier is niet een marktonderzoek gedaan, geen plan gemaakt over vraag en aanbod en waar de markt zich bevindt. Hier is men eerst begonnen met produceren. En nu het zover is dat de eerste vruchten aan de bomen hangen kijken de boeren naar de overheid en vragen: wat nu?
De Angolese regering wil wellicht wat steun geven en Angola heeft een moderne haven, dus er liggen kansen. Onder ideale omstandigheden zou er nu zo'n 23 ton cacao per jaar uit dit nieuwe cacaoproducerende land kunnen komen.
Maar er is veel educatie nodig, zien Ingmar en Kinito. Na de onafhankelijkheid van Portugal in 1975, waarop een lange burgeroorlog volgde, is de cacaocultuur compleet verdwenen. Kennis over cacao, post harvesting protocollen en alles wat met de cacaohandel samenhangt moet opnieuw worden opgebouwd. Het is een lange en hobbelige weg die ze zijn gaan bewandelen om van Angola een cacao-exporterend land te maken.
De weg naar Angola als chocoladeproducerend land zal nog vele malen langer zijn. Ingmar geeft nog een voorbeeld van hoe het chocoladeleven in Angola ervoor staat. Ze bezochten op de terugreis de enige chocolatiere die het land rijk is. Song Livramento heet ze en ze importeert haar couverture uit Zuid-Afrika. Werken met Angolese cacao lijkt haar een droom. Wellicht gaat die droom ooit uitkomen.
Ik weet dat Mark Schimmel ook een paar kilo van deze cacao heeft gekregen en wellicht dat deze chocoladegod er het optimale uit weet te halen. Toch is het voor mij een grote eer om als een van de eersten een reep van Angolese cacao te mogen proeven waarop als maker K.v. D. staat. Mijn 70% reep is dus een reep die Kinito heeft gemaakt. Hij heeft het geniale idee gehad om ook rietsuiker uit Angola te gebruiken. Al met al een 100% Angolees product.
De reep ziet er goed uit, met een glans die iets naar het rode kleurt. Ja er zitten wat luchtbelletjes in en het tempereren is niet helemaal optimaal gelukt, maar Kinito is ook geen professionele chocolademaker. Alle respect voor het resultaat. De geur is bij het eerste snuffelen best aangenaam en geeft vooral veel warme aroma's; zoet, chocolade en hout. Als ik dan langer ruik komt er toch wat hammy, gerookte ham naar voren, daar is het waar de fermentatie waarschijnlijk tekort schiet.
De reep breekt heel losjes en dan is het zover, mijn eerste Angolese chocolade.....! Verrassend hoe vol vet het mondgevoel meteen is. Het smelten begint meteen maar duurt best lang, daarbij vult een dikke chocolademassa mijn mond. Ik moet toch even aan cupuazú denken. De smaak gaat vooral naar aardetonen, donker en zwaar, waarin misschien wat tabak als lichtste aroma te herkennen is. Een krachtiger roosterprofiel zou misschien wat meer koffie naar voren kunnen brengen. Of uit deze bonen ook nog iets fris fruitigs te halen zou zijn betwijfel ik. Hoe donker deze reep ook is, astringent is ie dan weer niet. In de nasmaak zit wel weer een beetje dat gerookte ham aroma.
Wie naar de kaart van Afrika als cacaoproducent kijkt ziet dat er eigenlijk nog heel veel lege plekken zijn. Een pluim voor de Angolese regering dat ze mijn geliefde Theobroma cacao ondersteunen.
Met dank aan Ingmar en Kinito voor hun tijd en foto's.
Hier in Nederland hoorden Ingmar en Kinito over deze ontwikkeling. Ik heb het natuurlijk over Ingmar Niezen en Kinito Van-Dunem. Chocolademinnend Nederland kent ze van hun winkel Smells Like Chocolate in Zaandijk. Voor beiden liggen hun wortels in Afrika: Ingmar komt uit Zuid-Afrika en Kinito uit Angola. Kinito besloot eens te gaan bellen.
Contacten werden gelegd en begin dit jaar was het tijd voor een bezoek. Normaal gesproken zou de hoofdstad Luanda, waar Kinito familie heeft, het doel van hun reis zijn geweest, maar nu volgde er nog een binnenlandse vlucht van een uur naar de regio Belize in de provincie Cabinda. "We werden ontvangen als Willem-Alexander en Maxima", lacht Kinito. Lokale officials met cameraploeg waren getuige van de eerste stappen op weg naar internationale cacaohandel. Bij navraag bleek er echter al wel ongeorganiseerde handel te zijn. Opkopers uit het buurland Congo kopen al wel bij boeren hun verse vruchten op, waarna handelaar en vrucht uit het zicht verdwijnen.
In Angola zelf zijn de ontwikkelingen nog niet verder dan de teelt van verse vruchten. Het fermenteren van de bonen was de opgave waar Kinito en Ingmar voor kwamen te staan. Dus nadat met veel ceremonieel de vruchten gekocht waren begon de tweede fase van hun avontuur. "We zijn geen fermentatie-experts" vertelt Ingmar eerlijk, maar met hulp van Maria Jiménez Rojas en veel inzet hadden ze zich zo goed mogelijk voorbereid.
In de provinciehoofdstad werden met een lokale timmerman houten fermentatiekisten gemaakt. "Veel van de vruchten die we kochten waren al te rijp en de bonen begonnen al te kiemen", aldus Ingmar en Kinito vult aan: "we hadden al met al 18 kilo natte bonen om te fermenteren". Al wisten ze dat dit eigenlijk te weinig gewicht was om een ideaal fermentatie proces te laten plaatsvinden, ze wilden het hoe dan ook proberen.
Nu zitten beide choco-avonturiers weer thuis in Zaandam en om beurten gaan ze aan de slag met een kilootje bonen. Roosteren in de gewone bakoven, met de hand het schilletje verwijderen, om aansluitend met zo'n klein grindertje de bonen te malen. Tot slot wacht dan het tempereren.
Diep onder de indruk ben ik van deze twee mensen die, vanuit een klein winkeltje dat bijna als een luis in de pels gevestigd is in het hart van de westerse cacao-industrie, op avontuur zijn gegaan om de wereld een nieuwe origine te presenteren. En al zijn ze thuis omgeven door alle kennis en kunde die er nodig zijn om de cacaoindustrie in Angola tot een succes te laten worden, het is nog een hele kunst om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Dus denken ze nu na over hoe dit project verder te ontwikkelen is en staan daarbij open voor advies en hulp. Centrale fermentatie is wellicht een optie, want hoe de kwaliteit van deze cacao zich gaat ontwikkelen is voor een groot gedeelte afhankelijk van dit proces.
Maar ideaal of niet, "De tijd is rijp", zegt Ingmar, en dus is Kinito de exportpapieren alvast in orde aan het maken. "We kunnen de mensen daar niet laten wachten. De situatie is een omgekeerde van hoe je normaal een product in de markt zet", vertelt Ingmar. Hier is niet een marktonderzoek gedaan, geen plan gemaakt over vraag en aanbod en waar de markt zich bevindt. Hier is men eerst begonnen met produceren. En nu het zover is dat de eerste vruchten aan de bomen hangen kijken de boeren naar de overheid en vragen: wat nu?
De Angolese regering wil wellicht wat steun geven en Angola heeft een moderne haven, dus er liggen kansen. Onder ideale omstandigheden zou er nu zo'n 23 ton cacao per jaar uit dit nieuwe cacaoproducerende land kunnen komen.
Maar er is veel educatie nodig, zien Ingmar en Kinito. Na de onafhankelijkheid van Portugal in 1975, waarop een lange burgeroorlog volgde, is de cacaocultuur compleet verdwenen. Kennis over cacao, post harvesting protocollen en alles wat met de cacaohandel samenhangt moet opnieuw worden opgebouwd. Het is een lange en hobbelige weg die ze zijn gaan bewandelen om van Angola een cacao-exporterend land te maken.
De weg naar Angola als chocoladeproducerend land zal nog vele malen langer zijn. Ingmar geeft nog een voorbeeld van hoe het chocoladeleven in Angola ervoor staat. Ze bezochten op de terugreis de enige chocolatiere die het land rijk is. Song Livramento heet ze en ze importeert haar couverture uit Zuid-Afrika. Werken met Angolese cacao lijkt haar een droom. Wellicht gaat die droom ooit uitkomen.
Ik weet dat Mark Schimmel ook een paar kilo van deze cacao heeft gekregen en wellicht dat deze chocoladegod er het optimale uit weet te halen. Toch is het voor mij een grote eer om als een van de eersten een reep van Angolese cacao te mogen proeven waarop als maker K.v. D. staat. Mijn 70% reep is dus een reep die Kinito heeft gemaakt. Hij heeft het geniale idee gehad om ook rietsuiker uit Angola te gebruiken. Al met al een 100% Angolees product.
De reep ziet er goed uit, met een glans die iets naar het rode kleurt. Ja er zitten wat luchtbelletjes in en het tempereren is niet helemaal optimaal gelukt, maar Kinito is ook geen professionele chocolademaker. Alle respect voor het resultaat. De geur is bij het eerste snuffelen best aangenaam en geeft vooral veel warme aroma's; zoet, chocolade en hout. Als ik dan langer ruik komt er toch wat hammy, gerookte ham naar voren, daar is het waar de fermentatie waarschijnlijk tekort schiet.
De reep breekt heel losjes en dan is het zover, mijn eerste Angolese chocolade.....! Verrassend hoe vol vet het mondgevoel meteen is. Het smelten begint meteen maar duurt best lang, daarbij vult een dikke chocolademassa mijn mond. Ik moet toch even aan cupuazú denken. De smaak gaat vooral naar aardetonen, donker en zwaar, waarin misschien wat tabak als lichtste aroma te herkennen is. Een krachtiger roosterprofiel zou misschien wat meer koffie naar voren kunnen brengen. Of uit deze bonen ook nog iets fris fruitigs te halen zou zijn betwijfel ik. Hoe donker deze reep ook is, astringent is ie dan weer niet. In de nasmaak zit wel weer een beetje dat gerookte ham aroma.
Wie naar de kaart van Afrika als cacaoproducent kijkt ziet dat er eigenlijk nog heel veel lege plekken zijn. Een pluim voor de Angolese regering dat ze mijn geliefde Theobroma cacao ondersteunen.
Met dank aan Ingmar en Kinito voor hun tijd en foto's.
Reacties
Een reactie posten