Craft Chocolate Cuba of het versprinngend perspectief

Van mijn fijne collega en vriendin Floortje kreeg ik enkele weken terug een stapeltje chocolade repen die ze voor me uit Cuba had meegenomen. Bij het bekijken ervan schoot mij "verspringend perspectief" te binnen, een begrip  dat ik op de middelbare school heb opgepikt - in welke samenhang weet ik niet meer-, maar dat op de raarste momenten zich meldt en mij dan vaak een verspringend perspectief bezorgt. 


Voor mij als chocoholic stond Cubaanse cacao gelijk aan Empresa Baracoa, het staatsbedrijf waarvan veel westerse chocolademakers de bonen gebruiken. (Zie ChocoladebloG: Vakmanschap is..?). Floortje bracht echter twee bontgekleurde, haast kinderlijk vormgegeven repen mee, Cubaanse chocolade, gekocht op het vliegveld. Maar ook twee kleine staafjes chocolade, door haar onderweg op een dagtocht aan de rand van de weg gekocht. Twee staafjes naamloos in een krap bemeten strookje aluminium gewikkeld. Zoals gebruikelijk in socialistische heilsstaten ontstaan rondom beschikbare goederen informele markten, in dit geval dus een chocolademarkt. Waarom brachten die twee kleine reepjes mij op de gedachte: verspringend perspectief? 
Ik heb heel wat mooie dikke boeken in de kast over de geschiedenis van chocolade waarin vaak het volgende te vinden is: "Craft-chocolate is een beweging die in de late negentiger jaren in San Francisco, USA, begon. De twee belangrijkste namen uit die tijd zijn John Scharffenberger en Robert Steinberg." En plotseling zie ik de arrogantie die hier vanaf druipt. 
Cacao groeit op Cuba, waarschijnlijk hebben mensen gewoon een paar bomen in hun achtertuin, of misschien zelfs een paar struiken aangeplant. Daarvan zijn al tijden lang langs de kant van de weg huisgemaakte cacaoproducten te koop. En dit is niet alleen op Cuba het geval, in het hele Caribische gebied en zeker in Midden- en Zuid-Amerika zijn cacaoproducten alomtegenwoordig. Huisgemaakt, zeg maar: craft chocolate. En dat ver voordat er in San Francisco twee mannen machines kochten om een bedrijfje te starten. Om maar even te provoceren stel ik dat de verdiensten van deze heren niet meer zijn dan het vercommercialiseren van een praktijk die ten zuiden van de Rio Grande al minstens een eeuw bestaat. Maar door het plakken van een label hebben zij een nichemarkt naar westers model ontwikkeld, met merken, chefs, reclame en chocoholics zoals ik, die gek zijn op hun producten.  

Nou goed, aan het proeven:

Anoniem reepje, Cuba, ik schat op het eerste gezicht 75%: de reep is mat met allerlei verkleuringen, voelt zanderig aan en ik zie flink wat stukjes en luchtbelletjes. De geur is voornamelijk koffie, houtvuur en waterdunne chocolade. Kruimelig zandig valt het stukje in mijn mond uit elkaar. Rietsuiker knarst tussen mijn tanden, maar dan overvalt me een vreemde gedachte. Ik verwacht een bepaalde bitterheid, maar proef geen extreme uitschieters, eerlijk gezegd is de smaak van cacao wel erg spaarzaam aanwezig in dit reepje. Wel krijg ik de indruk van oploskoffie en zelfs het gevoel van wat maismeel. En weer verspringt het perspectief: toeristen kopen toch alles en toeristenwaar hoeft geen goede naam op te houden. Bovendien de mensen op Cuba moeten allemaal op de een of andere manier zien aan harde dollars te komen. 

Beide andere repen zijn van het merk Stella S.A. Cuba's eigen chocoladefabrikant. Op de verpakking staan  de ingrediënten misschien niet op volgorde van percentage vermeld, maar ik lees in ieder geval: suiker, plantaardige vetten, cacaoboter, magere en volle melkpoeder, cacaomassa, sojalecithine en smaakstoffen.  

Stella, Dolce Messaggi, geen opgave van cacao percentage, ik schat zo'n 20%. De zoete geur van melkpoeder slaat op mijn keel als ik het pakje open en de reep smelt al meteen in mijn hand. De reep heeft een vette glans. Bij het breken, dat neerkomt op vouwen en afscheuren, is het even schrikken, de reep blijkt een witte vulling te hebben. Werkelijk, het stukje kleeft aan mijn vingers vast. De vulling is licht krokant en knarst even tussen mijn tanden, maar behalve een weeïge vanillemargarinesmaak valt hier niet veel plezier te beleven behalve suiker, daarvan is er meer dan genoeg.

Stella, Gustazo, percentage onbekend: Ik denk dat dit als de pure reep uit het Stella-assortiment gedacht is. Deze reep heeft duidelijk onder de hitte geleden, maar dat mag de pret niet drukken. Een tamelijk harde krak maakt een vrij kruimelige breuklijn zichtbaar. Wie van vanilline houdt kan hier zijn hart ophalen. Kruimelig droog valt de reep uit elkaar en ik heb medelijden met alle chocoholics op Cuba. De prachtige repen die makers als Mracolini en Krak van hun cacao weten te maken zullen voor de gewone Cubaan wel onbereikbaar blijven. Zij moeten het doen met een waterig vanilleafgietsel dat slechts als een parodie gezien kan worden van dat wat er op hun eiland aan gewas verbouwd wordt. De nasmaak maakt me letterlijk een beetje misselijk.

Dankjewel Floortje voor de moeite en voor de prachtige reisverhalen, maar voor een goede Cubaanse chocoladereep ga ik de volgende keer mijn plaatselijke chocoladewinkel bezoeken.   
















Reacties

Populaire posts van deze blog

Marketing en strategie

Choco-praat: Wouter Tjeertes, vijf jaar Pure Chocolate