Brazilië, nieuwkomer of een oude bekende?

Alweer een tijdje terug had ik een gesprek met Rob Willemsen, oprichter van HB Trade & Consultoria. We spraken over zijn werk en achtergrond in de Braziliaanse cacaosector. Terloops kwamen in dit gesprek woorden als "foute" en "boze jongens" aan de orde. Nu ik aan de hand van dit gesprek mijn ChocoladebloG schrijf valt me op hoe naadloos de actualiteit hierop aansluit. Op het World Forum in Davos werden begrippen als  vrijheid, handel en de samenvoeging van deze woorden: vrijhandel, opnieuw tegen het licht gehouden. Wie zijn de "foute" of "boze jongens" in de handel? Oude aannames blijken niet meer vanzelfsprekend. Vragen over goed en fout zijn grote vragen die wel gesteld moeten worden om wellicht beantwoord te kunnen worden.



Maar terug naar mijn gesprek met Rob. Voorafgaand daaraan stuurt hij me wat informatie over de positie van Brazilië als cacaoproducent. Daaruit ontstaat voor mij het beeld van een langzaam herstellende reus. Nog steeds is het land niet terug op zijn marktpositie die het voor 1989 had. In dat jaar brak er witch's broom uit en duikelde Brazilië uit de top van cocaproducerende landen. Met veel inspanning staat het nu met 190.000 ton per jaar op de zevende plaats met de deelstaten Bahia en Pará als belangrijkste producenten. Veel cacao is bulk en 88% wordt dan ook opgekocht en verwerkt door drie grote spelers, Callebaut, Cargill en Olam. Sinds 2020 heeft de ICCO 4% van de Braziliaanse cacao als "fine flavour" aangewezen. Een deel van die vier procent ken ik als  doorgewinterde chocoholic natuurlijk al. Zo heeft Åkesson zijn eigen estate in Brazilië en geniet ik altijd erg van de "Brazil"-repen van Heinde & Verre. Maar vergelijk ik het aanbod bean-to-bar repen van Braziliaanse cacao met bijvoorbeeld het aanbod van Peru of de Dominicaanse Republiek dan stelt het toch teleur. Zo was ik dus verbaasd in Rob's informatie te lezen over de groeiende bean-to-bar beweging in Brazilië, nu al zo'n veertig labels. Hoe graag ik deze repen ook zou willen proeven, er is bijna niets van deze merken in Europa te verkrijgen.

Rob Willemsen
Maar nu over Rob Willemsen, die met zijn bedrijf, HB Trade & Consultoria, probeert de Braziliaanse cacao meer op de kaart te zetten. Hij woont en werkt in Sao Paulo, Brazilië en ziet zichzelf het liefste als "fysieke handelaar", (een mooi, maar ook vreemd woord). Bij navraag zit dat "fysieke" wat hem betreft vooral in het contact met de boeren en het bezoeken van de plantages. Met smaak vertelt Rob over de vele duurzame projecten die hij in het land ziet ontstaan en soms ook heeft bezocht. Als intermediair richt hij zich vooral op de wat betere cacao: "De ultra premium cacao vindt toch wel zijn weg naar de gespecialiseerde maker." Maar tussen die top en de bulkhandel is nog een heel middensegment aan cacao en vooral gecertificeerde cacao heeft volgens hem potentie. Rob ziet het als een mooie taak voor zichzelf om bij dit "middensegment-cacao" de passende chocolademakers te vinden. In zijn CV las ik dat hij enkele jaren bij Cargill heeft gewerkt en ik kon het toch niet laten hem daarop aan te spreken. Wat hem betreft is de roep van "foute jongens" die dit bedrijf heeft gekregen niet geheel terecht. Hij wil niet alles mooi praten, maar hij ziet binnen de voedselketen de retailers net zo goed als "de boze jongens". De supermarkten hebben de levensmiddelenmarkt uiteindelijk zo beïnvloed dat zij elkaar alleen kunnen op prijs kunnen  beconcurreren en het kwaliteitsaspect letterlijk van de planken is verdwenen. Daarna praten we over de marges die grotere klanten kunnen afdwingen, maar ook over de marges binnen de craft-chocolate beweging. Volgens hem is de voorgespiegelde transparantie vaak niet meer dan schone schijn en weten veel kleine chocolademakers prima hun eigen marges goed te bewaken. Dan valt me op dat het begrip "toegevoegde waarde" Rob's lievelingswoord is. Hij gebruikt het regelmatig en stelt ook zijn eigen handelen daarbij ter discussie. Hij zegt werkelijk toegevoegde waarde te willen hebben als handelaar en adviseur. Zo ziet hij voor zichzelf geen rol als eindeloze tussenschijf wanneer een cacaoproducent en een chocolademaker eenmaal een duurzame relatie hebben opgebouwd. "Wat zou ik daar tussen blijven zitten" is zijn mening. Wanneer zijn diensten geen waarde toevoegen, de contacten goed verlopen, is het volgens hem onzin als handelaar je procentjes te blijven pakken. Een verfrissend inzicht. Enigszins met verbazing hoor ik deze  halve Braziliaan zeggen niet in cacaopulp drankjes te geloven. Terwijl dit in Brazilië een al langer bestaand product is, schat Rob de kansen van deze drankjes op de Europese markt als gering in. (Hier verschillen we van mening.) Al met al gebeurt er volgens Rob veel goeds in Brazilië en worden er grote stappen gemaakt, vooral op het gebied van duurzaamheid. Echter, door de preoccupatie van de pers met de persoon Bolsonaro haalt veel van dit goede nieuws de krant niet. Spannend om te horen vond ik zijn vooruitzicht op de komst van het Braziliaanse merk Dengo naar Europa. Volgens Rob is het een kwestie van tijd voor dit duurzame bedrijf (certified B corporation) de stap naar Europa gaat maken. Ik ben benieuwd of ik de komende tijd meer Braziliaanse cacao in repen vind en of ik daar dan de hand en toegevoegde waarde van Rob Willemsen in terug kan vervolgen. Tot dan proef ik twee Franse klassieke makers en een minder bekende Duitser. Benieuwd hoe hun Braziliaanse repen smaken.

-Cluziel, Plantation Riachuelo, 51% lait. De Riachuelo plantage ligt in de provincie Bahia, dicht aan de kust en Cluziel heeft hier een mooi, maar nietszeggend filmpje over gemaakt. Bij het openen ruik ik meteen de vanille. De reep is erg licht van kleur en voelt vettig aan. De krak is niet indrukwekkend. Wat mondgevoel betreft is deze reep enorm crèmig. Er valt haast niet over smelt te praten want deze reep is maar net iets harder dan boter en lost gewoon op in je mond. Ik proef een milde karamel met daarin iets aan specerijen, majoraan. Al proef ik dat bij deze reep goede ingrediënten zijn gebruikt, zij maakt op mij toch de indruk van een kinderchocolade. Te weinig spektakel. De nasmaak is behoorlijk lang.  

- Bonnat,Maragnan, 75% noir. Over de herkomst van deze cacao en de verwarrende naam valt het een en ander te lezen op C-spot. Voor mij is de geur vrij droog, bovenin wat houtsnippers en gemaaid gras dat op de velden ligt te drogen. Daaronder ruik ik koffie en wat chocolade met een rode geur. De krak is fenomenaal. Na enkele seconde begint het smelten, maar in alle rust. Ik proef als eerste een diepe roostertoon, niet verbrand, maar intens. Opvallend rond van smaak kom ik ook langs wat zoet fruit als abrikozen. Opvallend is de lichte waas van citrus die over deze reep hangt als een decente versie van bergamot. Tussendoor ervaar ik golfjes cacaoboter, die als een weldaad een filmlaagje in mijn mond leggen. Nergens hard, nergens scherp, maar intens in de chocoladesmaak.  

- Coppeneur, Brasilien, 75% dark. Deze maker geeft geen nadere plaatsbepaling dan Brazilië. Wel is deze reep als enige geheel van biologische grondstoffen gemaakt. In hoeverre het "FAIR" op de verpakking gewaarborgd wordt door een onafhankelijke partij is onduidelijk. Wel zit er in de verpakking een code waardoor je de aanplant ondersteunt van jonge cacaobomen in de Matha Atlantica in Bahia, Brazilië.
De geur is zwaarder dan ik verwachte, ik ruik dikke appelstroop en veel zoet. Bij intensief ruiken krijgt de geur iets van natte kleren. De krak is losjes, onspectaculair. Tussen mijn vingers voelt de reep wat droog aan, maar eenmaal in mijn mond smelt hij toch snel weg en blijkt er toch genoeg cacaoboter in te zitten. De smaak schiet twee kanten uit. Aan het begin zit er een hoog zuurtje in dat me kort aan mandarijnen laat denken. Tegelijkertijd is er een zwaar roosterprofiel proefbaar, dat net binnen het aangename blijft en de reep wat mij betreft een vleeswarenachtig karakter geeft. In de nasmaak is het de zwaarte die overblijft, maar wel met een droge mond. Vreemd genoeg staat op de verpakking "Herbstlich" (herfstachtig) als smaakindicatie en dat past eigenlijk best wel bij deze reep.    

Nog even dit: na mijn gesprek met Rob kwam Cargill, een Amerikaanse familiebedrijf, in het nieuws. Door de gestegen voedselprijzen heeft deze familie binnen enkele maanden verscheidene nieuwe miljardairs erbij gekregen. " Foute" jongens?




Reacties

Populaire posts van deze blog

Marketing en strategie

Choco-praat: Wouter Tjeertes, vijf jaar Pure Chocolate

Ghana, of de chocolatier zonder cacao