Dominicaanse Republiek en Haiti of: de vrijheid van cacao

Cacao van de Dominicaanse Republiek is alom tegenwoordig in de craft-chocolate-beweging en zelfs daarbuiten. Op de wereldmarkt voor biologische cacao zijn de Dominicanen zelfs dominant. November 2021 verscheen een supply case study, gemaakt door het Nederlandse Gaia Cacao, in opdracht van onder andere USDA, over de cacaoketen in de Dominicaanse Republiek. 


Na het lezen van deze study kwam bij mij de vraag op: hoe is de situatie dan in Haïti, het andere deel van het eiland Hispaniola? De positie die Haïti als cacaoproducent inneemt is zeer bescheiden. Al is ook dit land voor chocoholics een bekende origine, op wereldschaal stelt dit deel van Hispaniola niet veel meer voor. Simpel gedacht zou je de productiecijfers van Haïti als een derde van die van de Dominicaanse Republiek verwachten, maar dat is helaas niet zo.


Km2

inwoners 

cacaoboeren

cacaoaanbouw/ha.

cacao kg

Haïti

27750

11067777

43600

30598

14942000

Dominicaanse republiek

48192

10499707

42751

172956

85628020


Toch zijn ook over de cacaoketen op Haïti de nodige berichten te vinden, redelijk recent zijn deze van DAI. Voor beide delen van het eiland is cacao dus een van de belangrijkste exportproducten, maar er is meer gemeenschappelijk. Beide landen handelen als bijzonderheid in twee kwaliteitssoorten cacao. De ene heet de Hispaniola, gefermenteerde cacao, de andere heet Sanchez en is ongefermenteerde cacao. Deze laatste soort valt in een lagere prijscategorie en daar valt dus nog winst te behalen. Dit lijkt voor beide landen van toepassing, maar kennis en middelen tot fermentatie zijn duidelijk minder in Haïti aanwezig dan in de Dom. Rep. De centrale fermentatie van PISA is een voorbeeld van hoe het de Haïtiaanse cacaoboeren zou kunnen vergaan als fermentatie de norm wordt.  
In de case study van Gaia Cacao wordt Haïti wel een paar keer vermeld. Zo worden sommige producten als gezoete cacaopoeder en couverture vanuit de Dominicaanse Republiek naar Haïti geëxporteerd. Volgens mij is Haïti hierbij slechts doorvoerland, want het inlands verbruik van chocolade in Haïti is zo mogelijk nog kleiner dan dat van de Dominicaanse Republiek. Helaas geeft de studie hier geen uitsluitsel over. Vanuit Haïti naar de Dom. Rep. toe zijn het toch vooral goedkope arbeidskrachten die de grens oversteken. Dat zich hier langzaam een sociaaleconomisch drama aan het ontwikkelen is ziet waarschijnlijk iedereen. Een eiland, twee landen, en een overvloed aan cacao. Het ene land weet zich enigszins te ontwikkelen met cacao als middel, het andere land blijft ver achter. Terwijl cacaoteelt in iedere studie gezien wordt als mogelijkheid tot ontsnapping aan de armoede. Maar waar vlucht je dan naartoe? Welke vrijheid biedt cacao?
Als de Dominicaanse Republiek gezien wordt als een van de beter ontwikkelde markten, met voldoende spelers en kennis, hoe triest is het dan te lezen dat zelfs binnen de Dominicaanse Republiek het voor cacaoboeren nog altijd geen haalbare kaart is een living income te genereren? Zelfs niet met een Fairtrade premie- hoe fair is die premie dan? Wat voor een perspectief hebben dan cacaoboeren op een slecht ontwikkelde markt als Haïti? Het verbaast mij dat een beroep dat wereldwijd synoniem is voor armoede wordt aanbevolen als een weg uit de armoede.
En dan nog dit. De Dominicaanse overheid streeft ernaar om kinderarbeid uit te bannen. De minimum leeftijd om te mogen gaan werken ligt op 14 jaar. Hoe kan er uitzicht op een eind aan kinderarbeid zijn als je buurland het armste land van het noordelijk halfrond is.

Standout Chocolate,Cap-Haïtien, 70%. Achterop de verpakking staat zo ongeveer alles wat een chocoholic wil weten. Zeven dagen fermentatie, oogstseizoen: eerste helft 2021 en natuurlijk staat PISA als producent vermeld. Het enige wat ontbreekt is de cacaosoort, jammer. Ik ga er maar vanuit dat het een mix van diverse soorten is, want het hele eiland wordt juist geroemd om zijn rijkheid aan cacaosoorten.
De geur is bedwelmend zoet, met van die halfgedroogde pruimen en rozijnen, doe daarbij een aardse diepe chocoladesmaak en een kleinbeetje nootmuskaat. Snuffelen maar.
De reep voelt al heel fijn aan en ook zeer vettig, de krak is helder en licht. Eenmaal in mijn mond is dit een feestje. Smelten als een klontje boter, heerlijk fijn op de tong. Deze reep is zoet en warm van smaak met veel rijp fruit erin. Pas iets later komen de wat diepere smaken als hout, aarde en bijna iets koffie naar voren, maar nergens scherp of hard en zeker niet bijtend bitter. Nee dit is dat basale geluksgevoel van voldoening, dat eigenlijk alleen chocolade je kan geven. De nasmaak bestaat alleen uit een slow roast aspect, de florale noten verdwijnen net zo snel als ze kwamen. 
Deze reep is duidelijk te klein voor de mate waarin hij lekker is. 
Definite Chocolate, 90%, Mallano, zo heet deze reep van de Dominicaanse chocolademaker Definite. Deze maker heb ik wel vaker besproken, maar omdat hij dus steeds van andere plantages zijn cacao haalt blijft het spannend. In dit geval dus de Mallano plantage. De geschiedenis staat netjes vermeld aan de binnenkant en ook de fermentatieduur, vijf dagen, kan ik vinden. Helaas wordt ook hier weer geen cacaosoort vermeld dus zeggen we ook hier maar weer dat het een genetische mix zal zijn. 
Een scherpe geur, vers hout, zo ruikt het als ik in de tuin aan het snoeien ben. Daaronder komen wel wat zoetere geuren door, aardbeienjam. De krak klinkt goed, maar de reep is wel wat kruimelig. Het smelten start bijna meteen. Karamel en stro met daarin een klein scherp bitter, maar de roostering overheerst net niet. Voor mij een verrassende smaak na de wat snijdende geur. Op de achtergrond schuilt ook hier een zoetheid, zoals bijvoorbeeld pastinaak van zichzelf een zoetheid heeft. Deze reep iets meer astringent dan de Standout Chocolate, maar de nasmaak is voor een 90% nog best mild. 

Het mooie aan Definite Chocolate en enkele andere merken vind ik dat ze in het land van oorsprong produceren. Zij zijn het eindpunt van een hele bedrijfsketen die een complete chocolade-industrie op de Dom. Rep. vormen. Ik ben benieuwd of binnen afzienbare tijd een van de grote industriële verwerkers als, Cargill en Olam de moed zullen vinden op dit eiland te investeren. Tot nu toe schitteren zij door afwezigheid en kiezen ervoor als oude kolonisatoren de grondstoffen weg te kopen. Of het vestigingsklimaat voor deze multinationals geschikt is, zal vooral aan de politieke situatie liggen. In de case study wordt de rol van de politiek misschien wat onder belicht, zij wordt zowel tot terughoudendheid als tot actie opgeroepen. Maar ja, wanneer doet de politiek het juiste?  

Eindig ik met de gevolgen van een politiek besluit waarvan we het bestaan vergeten zijn. Het was de Vrede van Rijswijk (1697) dat het eiland Hispaniola, met korte onderbrekingen en regelmatige grensverleggingen, uiteen liet vallen in twee delen. Een derde van het eiland kwam onder Frans bewind en kennen wij sinds 1804, na de eerste gelukte slavenrevolutie als Haïti. De overige twee derde behield  Spanje als kolonisator, maar noemen we sinds 1844 de Dominicaanse Republiek. Opmerkelijk ander historisch feit is dat de Amerikanen uit angst voor Europese invloed op het Panamakanaal, de Dominicaanse republiek bezetten tussen 1916 en 1924. 


















Reacties

  1. Uitermate interessant maar het is zoals steeds, als de grote spelers niet willen dat er iets veranderd, dan zal dat ook nooit gebeuren. Kinderarbeid is en blijft een schande! Chocolade in de supermarkten blijft een schande en ik schat dat 90% van deze goedkope chocolade van multinationals de weg vindt naar mensen die hun kop liever in het zand steken dan het dubbele te willen betalen.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Marketing en strategie

Choco-praat: Wouter Tjeertes, vijf jaar Pure Chocolate

Ghana, of de chocolatier zonder cacao