Wat blijft er hangen?
Verhalen en chocolade horen bij elkaar.
Je reep smaakt heel anders als je iets weet over de achtergrond, herkomst of productie van je chocolade.
Afgelopen weekend was ik gevraagd om over mijn passie voor chocolade te komen praten voor een groep van dertig personen. Aan de hand van een aantal repen, variërend in herkomst en oplopend in cacaopercentage, kwamen thema's als kwaliteit en prijs, smaak en beleving, kinderarbeid, emancipatie, industrie en de craftchocolate-beweging aan de orde. Na afloop van mijn verhaal bleek het geen probleem de toch wat duurdere repen te verkopen.
Maar nu vraag ik me af: wat blijft er hangen? Het meeste van de choco-informatie die ik gaf zal de gemiddelde toehoorder de volgende dag alweer vergeten zijn. Zou de smaak een blijvendere indruk achtergelaten kunnen hebben? Anders gezegd: is smaak wel het beste verkoop argument of is een duidelijk verhaal het belangrijkste verkooppunt? Tony's Chocolonely lijkt me het beste voorbeeld van een zeer gemiddelde chocolade met een goed verhaal en evenredig heldere verkoopcijfers.
Het is dus van wezenlijk belang dat de retailer die de betere chocolade verkoopt ook het verhaal van de chocolade in zijn schap weet te vertellen.
Daarnaast merkte ik na mijn praatje dat de beschikbaarheid van goede chocolade in Nederland nog steeds te wensen over laat, want de meestgestelde vraag was: waar haal je deze chocolade?
De verhalen die passen bij de repen van deze week zijn heel divers. Wat ze gemeenschappelijk hebben is Peru als herkomstland van de gebruikte cacao. Om te beginnen heb ik twee repen van het Russische merk Amazing Cacao. Deze maakster uit Sint-Petersburg gebruikt voor haar reep Peru Marañon 80% cacao uit de gelijknamige regio, die zeldzaam hoog gelegen is voor cacao. De prachtig glanzende reep breekt helder en strak. De geur is best bijzonder en heeft zowel een bedwelmende zoetheid over zich als de geur van een goed haardvuur. Vrij makkelijk smelt deze reep en hoewel ik eerst aan een droge mokkakoffie moet denken komt geleidelijk de suiker vrij en vormt deze reep om tot een Haags hopje. Erg lekker hoor, alleen de nasmaak is niet erg lang.
De tweede reep van dit merk heeft als verhaal de Asháninka-indianen die hun gebied langs de Ene-rivier hebben. De reep heet dan ook Kemito-Ene, Boca Anapate 62%. Het collectief Kemito Ene, dat zowel cacao als repen en cacaopoeder maakt, heeft verschillende onderafdelingen die min of meer autonoom werken, zo ook Boca Anapate, waar deze cacao vandaan komt. Deze reep is ronduit dof, maar wel heel donker gekleurd voor een 62% reep. De geur is rozijnig en een beetje poederig. Er zitten een paar luchtblaasjes in de reep, die verder goed breekt. Het smelten gaat niet van harte, wat wel de gelegenheid biedt rustig te proeven. Zoet is mijn eerste indruk en de rozijnen melden zich meteen. Verder verstopt zit ook een bitterheid die meer aan kruidnagel doet denken. Pas bij het wegsmelten laat een balsamicozuur zich nog ontdekken. Hier is de nasmaak wel lekker lang en groeit qua bitterheid in gedachte verder.
Miroshnik is een Peruaanse chocolademaker die zich richt op verschillende cacaosoorten uit de regio Ayacucho. In hoeverre zij de term tree to bar correct gebruiken is mij onduidelijk, want als je je op diverse cacaosoorten richt uit zo'n groot gebied lijkt het me sterk dat je ook overal plantages bezit. De reep die ik heb heet Miroshnik, Yana VRAE 99, 85%. Wie meer over VRAE wil weten klikt op de link, in ieder geval komen we weer de Ene-rivier tegen. Nu de reep: die is zeker ook mat en wat roodachtig van kleur en hij breekt met een harde krak. Het mondgevoel is behoorlijk grof. De geur is zwaar gebrand, bitter. Smelten doet deze reep wel en daarbij krijg ik de associatie met de Cupuazú die ik laatst proefde. Die eigen bitterheid samen met dat vettige mondgevoel maakt voor mij deze reep tot een hybride product tussen twee cacaosoorten. Wat mij betreft echter geen gelukkig huwelijk.
Dan ga ik door met de reep van het Zweedse Svenska Kakaobolaget. Ook deze maker gebruikt Peruaanse cacao die een rivier als aanduiding heeft, de Ucayali 2017 harvest 72%. In de kleine lettertjes staat dat de producent Ucayali River Cacao in de buurt van de stad Pucallpa is gevestigd. Diep donker van kleur is deze reep. De geur is vrij scherp gebrand met iets van een koollucht eraan. Ik hoor een heldere krak bij het breken. Hoewel het smelten direct begint duurt het al met al best lang, maar dat loont de moeite zeg. Begint deze reep wat mat, hij wordt steeds zoeter en plotseling zit je aan aardbeiencheesecake te denken. Dat fruitige komt pas aan het einde, maar oh wat lekker. Jammer dat er wel wat korreltjes in deze reep zitten. Volgens mij niet gewild. De nasmaak is vol en lang en vraagt om een borrel.
Ik eindig met Chillilique 70% van The Chocolate Tree uit Edinburgh. Naar ik begreep gaat de naam van deze reep veranderen omdat veel mensen denken dat er chili in zit. In werkelijkheid is dit de naam van een plaats in het noorden van Chili waar de gebruikte cacao vandaan komt. Deze cacao is een van de soorten die geheel witte bonen heeft. De coöperatie die ze fermenteert wordt voor een groot deel door vrouwen gerund. De kleur van de reep is opvallend licht, zoals altijd is de vormgeving bij deze maker weer prachtig. Ohhh wat een geur. APPELTAART staat er op deze reep geschreven. Ik ruik kaneel en rozijnen, samen met gebrande suiker. De krak is niet overdreven, maar oh die geur. Neem even de tijd om het smelten op gang te laten komen. Wauw wat een aroma. Eerst drijf ik nog op de appeltaart met kaneelsmaak die dan toch langzaam verandert. Er komt wat meer licht en fruitzuur opzetten en zo eindig ik met een bessen-combi als eindsmaak. Het kanelige blijft wel hangen. Waarom deze reep zilver heeft gewonnen is mij een raadsel. Geef die man goud, of koop op zijn minst zijn repen.
Over Peruaanse chocolade valt nog veel te vertellen, maar volgende week weer een ander verhaal.
Je reep smaakt heel anders als je iets weet over de achtergrond, herkomst of productie van je chocolade.
Afgelopen weekend was ik gevraagd om over mijn passie voor chocolade te komen praten voor een groep van dertig personen. Aan de hand van een aantal repen, variërend in herkomst en oplopend in cacaopercentage, kwamen thema's als kwaliteit en prijs, smaak en beleving, kinderarbeid, emancipatie, industrie en de craftchocolate-beweging aan de orde. Na afloop van mijn verhaal bleek het geen probleem de toch wat duurdere repen te verkopen.
Maar nu vraag ik me af: wat blijft er hangen? Het meeste van de choco-informatie die ik gaf zal de gemiddelde toehoorder de volgende dag alweer vergeten zijn. Zou de smaak een blijvendere indruk achtergelaten kunnen hebben? Anders gezegd: is smaak wel het beste verkoop argument of is een duidelijk verhaal het belangrijkste verkooppunt? Tony's Chocolonely lijkt me het beste voorbeeld van een zeer gemiddelde chocolade met een goed verhaal en evenredig heldere verkoopcijfers.
Het is dus van wezenlijk belang dat de retailer die de betere chocolade verkoopt ook het verhaal van de chocolade in zijn schap weet te vertellen.
Daarnaast merkte ik na mijn praatje dat de beschikbaarheid van goede chocolade in Nederland nog steeds te wensen over laat, want de meestgestelde vraag was: waar haal je deze chocolade?
De verhalen die passen bij de repen van deze week zijn heel divers. Wat ze gemeenschappelijk hebben is Peru als herkomstland van de gebruikte cacao. Om te beginnen heb ik twee repen van het Russische merk Amazing Cacao. Deze maakster uit Sint-Petersburg gebruikt voor haar reep Peru Marañon 80% cacao uit de gelijknamige regio, die zeldzaam hoog gelegen is voor cacao. De prachtig glanzende reep breekt helder en strak. De geur is best bijzonder en heeft zowel een bedwelmende zoetheid over zich als de geur van een goed haardvuur. Vrij makkelijk smelt deze reep en hoewel ik eerst aan een droge mokkakoffie moet denken komt geleidelijk de suiker vrij en vormt deze reep om tot een Haags hopje. Erg lekker hoor, alleen de nasmaak is niet erg lang.
De tweede reep van dit merk heeft als verhaal de Asháninka-indianen die hun gebied langs de Ene-rivier hebben. De reep heet dan ook Kemito-Ene, Boca Anapate 62%. Het collectief Kemito Ene, dat zowel cacao als repen en cacaopoeder maakt, heeft verschillende onderafdelingen die min of meer autonoom werken, zo ook Boca Anapate, waar deze cacao vandaan komt. Deze reep is ronduit dof, maar wel heel donker gekleurd voor een 62% reep. De geur is rozijnig en een beetje poederig. Er zitten een paar luchtblaasjes in de reep, die verder goed breekt. Het smelten gaat niet van harte, wat wel de gelegenheid biedt rustig te proeven. Zoet is mijn eerste indruk en de rozijnen melden zich meteen. Verder verstopt zit ook een bitterheid die meer aan kruidnagel doet denken. Pas bij het wegsmelten laat een balsamicozuur zich nog ontdekken. Hier is de nasmaak wel lekker lang en groeit qua bitterheid in gedachte verder.
Miroshnik is een Peruaanse chocolademaker die zich richt op verschillende cacaosoorten uit de regio Ayacucho. In hoeverre zij de term tree to bar correct gebruiken is mij onduidelijk, want als je je op diverse cacaosoorten richt uit zo'n groot gebied lijkt het me sterk dat je ook overal plantages bezit. De reep die ik heb heet Miroshnik, Yana VRAE 99, 85%. Wie meer over VRAE wil weten klikt op de link, in ieder geval komen we weer de Ene-rivier tegen. Nu de reep: die is zeker ook mat en wat roodachtig van kleur en hij breekt met een harde krak. Het mondgevoel is behoorlijk grof. De geur is zwaar gebrand, bitter. Smelten doet deze reep wel en daarbij krijg ik de associatie met de Cupuazú die ik laatst proefde. Die eigen bitterheid samen met dat vettige mondgevoel maakt voor mij deze reep tot een hybride product tussen twee cacaosoorten. Wat mij betreft echter geen gelukkig huwelijk.
Dan ga ik door met de reep van het Zweedse Svenska Kakaobolaget. Ook deze maker gebruikt Peruaanse cacao die een rivier als aanduiding heeft, de Ucayali 2017 harvest 72%. In de kleine lettertjes staat dat de producent Ucayali River Cacao in de buurt van de stad Pucallpa is gevestigd. Diep donker van kleur is deze reep. De geur is vrij scherp gebrand met iets van een koollucht eraan. Ik hoor een heldere krak bij het breken. Hoewel het smelten direct begint duurt het al met al best lang, maar dat loont de moeite zeg. Begint deze reep wat mat, hij wordt steeds zoeter en plotseling zit je aan aardbeiencheesecake te denken. Dat fruitige komt pas aan het einde, maar oh wat lekker. Jammer dat er wel wat korreltjes in deze reep zitten. Volgens mij niet gewild. De nasmaak is vol en lang en vraagt om een borrel.
Ik eindig met Chillilique 70% van The Chocolate Tree uit Edinburgh. Naar ik begreep gaat de naam van deze reep veranderen omdat veel mensen denken dat er chili in zit. In werkelijkheid is dit de naam van een plaats in het noorden van Chili waar de gebruikte cacao vandaan komt. Deze cacao is een van de soorten die geheel witte bonen heeft. De coöperatie die ze fermenteert wordt voor een groot deel door vrouwen gerund. De kleur van de reep is opvallend licht, zoals altijd is de vormgeving bij deze maker weer prachtig. Ohhh wat een geur. APPELTAART staat er op deze reep geschreven. Ik ruik kaneel en rozijnen, samen met gebrande suiker. De krak is niet overdreven, maar oh die geur. Neem even de tijd om het smelten op gang te laten komen. Wauw wat een aroma. Eerst drijf ik nog op de appeltaart met kaneelsmaak die dan toch langzaam verandert. Er komt wat meer licht en fruitzuur opzetten en zo eindig ik met een bessen-combi als eindsmaak. Het kanelige blijft wel hangen. Waarom deze reep zilver heeft gewonnen is mij een raadsel. Geef die man goud, of koop op zijn minst zijn repen.
Over Peruaanse chocolade valt nog veel te vertellen, maar volgende week weer een ander verhaal.
Reacties
Een reactie posten