Het oog eet mee of uiterlijk vertoon

In tegenstelling tot bij komkommers is bij chocolade een verpakking noodzakelijk. Je wilt geen vieze vingers krijgen en chocolade kan ongewenste aroma's uit de omgeving overnemen, dus een goede verpakking is nodig.
Het traditionele aluminium met een papieren wikkel eromheen is prima tegen die vieze vingers, maar tegen ongewenste aroma's biedt het weinig bescherming. Bij veel merken zie je nu gesealde verpakkingen van zowel plastic als alu verschijnen. Voor het behoud van het eigen aroma een prima ontwikkeling, milieutechnisch wellicht minder positief.
Verpakkingen worden in de chocowereld door verschillende groepen verschillend gewaardeerd. Daarom ben ik maar eens in gesprek gegaan met winkeliers, makers en groothandel over het thema verpakkingen. Het belang van een goeie verpakking ontkent niemand, maar wat is goed en voor wie?

Laat ik bij mezelf als consument beginnen. De consumentenblik zou je kunnen onderverdelen in doorsnee chocolade-eter en de chocoholic. Ik val in de categorie chocoholics en voor mij is een verpakking goed als ik alle informatie krijg die ik zoek. Denk daarbij aan plaats, tijd, soort, temperatuur, enz. enz. Bijvoorbeeld de verpakkingen van Zoto zijn wat dit betreft goed, maar ook fijn vind ik een los briefje in de verpakking. Dit doet bijvoorbeeld Tan Bun Skrati. De verpakking blijft zo lekker helder terwijl de freak toch zijn info krijgt.
Wat betreft de soort verpakking heeft een goed afsluitende ook mijn voorkeur, echter één kanttekening hierbij aangaande het openen. Wanneer ik zoveel kracht moet zetten dat de reep breekt  of gereedschap nodig heb om bij mijn chocolade te komen vind ik de verpakking mislukt. Zoiets ruïneert niet alleen de reep maar ook mijn humeur. Bij Krakakoa heb ik echt zitten vloeken.
Mooie plaatjes heb ikzelf niet zo nodig, maar juist die blijken belangrijk voor de doorsnee choco-consument.
Zo vertelde Georg Bernardini, de maker van Georgia Ramon, dat hij een enorme omzetstijging haalde door hippe designs op de verpakking te zetten. Zijn repen die eerst in een bruine enveloppe zaten verkochten mondjesmaat, maar na ze met een doodskop versierd te hebben gingen ze als zoete broodjes over de toonbank. Het omgekeerde vond ik stuitend te horen. Er blijken makers te zijn die eerst naar een verpakking zoeken voordat er een reep gemaakt is. Smaak zou sturend moeten zijn en niet de gewenste verkoopcijfers.

De tussenhandelaar noemt zo'n bonte rij verschillende designs "randstedelijk hip". Maar voor het opbouwen van een merk is dit niet altijd het ideaalbeeld. Juist eenheid in de "huisstijl" kan helpen om tot herkenbaarheid te leiden die de klant laat teruggrijpen naar een merk. Zo'n tussenhandelaar stelt zichzelf de vraag: "Sluit de uitstraling van een verpakking aan bij het winkelconcept?" voordat hij probeert daar zijn product te placeren. Zo kunnen rustiek verpakte Blanxart repen zeker wel een doel hebben voor de vertegenwoordiger die probeert zijn product in een schap te krijgen. En zo is dus een goede verpakking voor een chocoladespeciaalzaak anders dan voor bijvoorbeeld een chique restaurant of een dierentuin. Deze zichtwijze laat uiteindelijk een mooie reep Madécasse in de souvenirshop van de Apenheul belanden, want "er staat zo'n leuk aapje op".

Chocolade is een uitstekend cadeau, mits er een leuke verpakking omheen zit zoals bij Van der Burgh Chocolaad. Een houten kist eromheen en de reep is optisch al verkocht. Winkeliers hebben heerlijke verhalen over hoe klanten kiezen. Zij zien mensen die op kleur selecteren en (on)bewust cadeaus passend bij hun outfit zoeken. Daarom zijn geschenkverpakkingen een aparte categorie waar veel shops helemaal op los gaan.
Wel zien retailers dat prijzen winnen goed is voor de verkoop. Wie onzeker is over wat te kopen krijgt zo een steuntje in de rug bij de aanschaf. Dat makers aansturen op het winnen van prijzen om dit als marketingmiddel te kunnen gebruiken is een vorm van hogere politiek die mij niet aanstaat.
De opmerking "zet er drie kruisjes op en schrijf er Amsterdam onder, dan verkoop ik het" spreekt voor de laatste categorie klanten. Toeristen die kopen zonder op de chocolade te letten.
Zuid-Europese landen blijken niet mee te gaan in die hippeverpakkingentrend. Traditioneel heeft eten daar een andere waarde en dat vind je terug in de conservatieve verpakkingen van bijvoorbeeld Domori, Bonnat of A. Morin. Dat voor sommige retailers hier in het noorden hun ietwat saaie verpakking de reden is om ze niet meer in het assortiment te nemen is jammer, want ze maken wel heerlijke chocolade.
Tot slot labels als fair trade en UTZ. Die zijn voor de verkoop van craft chocolate van minder waarde dan in de supermarkt. Het absolute marketinghoogtepunt voor een label lijkt mij Tony. Hun verhaal zou zonder bonte wikkels zeker een stuk minder aansprekend zijn.

Ik ga maar eens proeven. De hippe "Randstad"-reep van Giorgia Ramon: Pfifferlingen 70%, de wat saai verpakte Valrhona, Manjari 64% en de Zaanse chocolade van De Euforij 80%, met een zeer toeristische Zaanse-gevel verpakking.
Over welke chocolade Giorgia Ramon gebruikt heb ik vorige week geschreven. Over deze reep kan ik dus kort zijn. Pfifferlingen, oftewel cantharellen, had ik nog nooit in een reep geproefd. En hoewel deze paddenstoel een zomerproduct is, associeer ik hem toch met de herfst. Hoe je deze smaak aan je chocolade laat kleven is mij een raadsel, maar het eindresultaat is een droom. Het lijkt bijna alsof de chocolade zelf deze smaaknuance in zich draagt, zo organisch sluit hij aan op het bittere van deze reep, terwijl het zoet een heerlijke aanvulling op de cantharellensmaak is. Ik ga meteen fantaseren hoe truffels zouden matchen.
De Valrhona reep gaat natuurlijk puur en alleen over chocolade. De Manjari reep is volgens mij een blend cacao uit Madagaskar. Ik kan geen gebied of plantage vinden met deze naam, wel lees ik dat het "collectie" betekent. De geur is kruidiger dan de lichte kleur doet vermoeden. De krak is onopvallend. Smelten doet hij vrijwel meteen, waarbij ook direct een bijzonder fris, bijna zuur aroma los komt. Het typische rijke en milde van Madagaskarcacao proef ik hier niet terug. Naar mijn mening is er erg gul met de suiker gestrooid. Geacht Valrhona, dit kan beter.
De Euforij ruikt voor een 80% reep vrij zoet. Terwijl ik een harde krak hoor zie ik wel allerlei luchtblaasjes in de reep zitten. Smelten kun je vergeten. Deze reep is hard en droog. Er zitten geen nuances als zuur, fruit, bitter of wat dan ook aan. Ik proef een zoete, zoete chocolade met eenzelfde mondgevoel als bij de Delicata repen van de Appie. Maar, toeristen zullen het prachtig vinden, want het oog eet mee.
  








    

Reacties

Populaire posts van deze blog

Marketing en strategie

Choco-praat: Wouter Tjeertes, vijf jaar Pure Chocolate

Craft Chocolate Cuba of het versprinngend perspectief